Heel lang geleden in een oud land
Waar bomen zo hoog gegroeid waren dat de toppen niet meer zichtbaar waren met de blote oog
Daar
In dat verre land
Waar wolken zo groot waren
Dat ze niet meer onderscheiden konden worden van elkaar
Daar waar zeeën zo diep waren
dat de bodem niet meer door de netten van de vissersboten geraakt konden worden
Daar woonde een volk
zo oud als je maar kan bedenken
En dit volk woonde in een oude stad
Dat zo groot was als twee werelden bij elkaar
Dit volk beestond uit wezens
Die al alles gedaan hadden wat je maar kan voorstellen
Nu leefde bij het volk een wezen
Die eigenlijk nog niet zo veel gedaan had als die andere wezens
Dit omdat hij eigenlijk eerst alles wilde ontdekken hoe het moest
En hoe het daarna op zijn manier gedaan kon worden
Nu had hij wel veel ervaringen
alleen niet de ervaringen die hij juist nu wilde hebben
zodat hij die dingen kon gaan doen die hij wilde doen
En om deze ervaringen aan te vullen
wilde hij naar de meesters op alle gebieden
De meesters op alle gebieden waren geschoold
in alles wat maar te bedenken was
Alleen de meesters op alle gebieden
Woonde niet in de oude stad die zo groot was als twee werelden bij elkaar
Na veel overleggen met zijn eega
Werd een besluit voor de afreis genomen
Dus ging de wezen
Die nog niet zo veel gedaan had
Naar de andere stad in het oude land
Een andere stad die eigenlijk niet groter was dan een dorp
Zo klein als het kleinste dorp die ooit bestaan had
Na een reis van verschillende maanden
Bijna een jaar en enkele dagen
Kam het weze3n dat eigenlijk nog niet zo veel gedaan had
Aan in de zeer kleine stad
Verschillende deuren moest hij bekloppen
Om de meesters op alle gebieden te vinden
Uiteindelijk kwam hij aan op het goede adres
Na uitgelegd te hebben wat zijn doel was
kon het wezen
Dat eigenlijk nog niet zo veel gedaan had
Leren dat hij kon leren
Door de andere te ondervragen
Door goed naar andere te kijken
En door zelf in de huid van de andere te kruipen
Het wezen die in tussen al iets meer gedaan had dan de andere wezens
Had gevraagd
Had gekeken
En was in de huidgekropen van de meesters op alle gebieden
Hij beschreef wat hij voelde
alle gevoelens die door hem heen gingen
De trillingen van de anderen en de spanning van hun spieren
Rust kwam uiteindelijk in al zijn botten
Na uren van schrijven
Delen van ervaringen en belevingen
Voelde het wezen dat hij klaar was voor zijn eigen stappen
Hij merkte dat hij steviger in zijn schoenen stond
Hij voelde dat hij de wereld aankon
Dit alles had het wezen
Die nu wel alles wist
Niet kunnen bereiken
Zonder hulp van zijn geweldige eega
Nog het weten
Nog het begrijpen
Nog het schrijven
Van al wat hij geleerd en gehoord had
Van de meesters op alle gebieden